Jajja
Maandag was ik met Reny in Kampala. We hadden meer copies van onze boeken opgehaald en wilden nog even naar de boekwinkel. De boda zette ons af en we namen de kortste weg naar de overkant over een strookje gras dat wil zeggen gras met grote stukken kale grond. Er kwam een vrouw achter ons aan. We hadden een overtreding begaan en haar baas wilde ons spreken. Wat bleek? Het was verboden over het gras te lopen. Ze stonden met z’n drieën in de gaten te houden of iemand via de ‘garden’ die ze bewaakten overstak. We zeiden’ sorry, we zullen het niet meer doen’ en dat we niet wisten dat dat niet mocht want er stond geen bord. De baas legde uit dat een bord gestolen zou worden en daarom hadden ze het op de tv bekend gemaakt. We zeiden dat we geen tv hebben..... Het was ook op de radio geweest.....Tja, die hebben we ook niet.... Maar ja, het was toch echt een overtreding. Ik stond een beetje moeilijk en een beetje krom want ik echt had een hele zware rugzak. De man bedacht dat Reny de boete kon betalen bij, zoals dat hier gaat, een bank en dan zouden zij wel op haar moeder passen. Waarop Reny vertelde dat ze ook nog met jajja (oude vrouw – oma), met mij dus naar het ziekenhuis moest. Misschien konden zij de medicijnen dan halen? Ik besloot om dramatisch op een muurtje te gaan zitten, met mijn gezicht de ander kant op, want ik kreeg spontaan de slappe lach. Uiteindelijk mochten we gaan als we onze naam en telefoonnummer opgaven, want dan konden ze het nagaan als we de overtreding nog eens begingen. En zo vertrokken ‘Rachel en Margret Jameson’ slap van de lach naar de bookwinkel.
Helaas voelde ik me de volgende dag echt een jajja. Terug naar huis kregen we namelijk een ongeluk met de boda boda. Ik zag het gebeuren: ineens stak er een boda de weg over en onze boda man probeerde te remmen, maar we knalden er boven op en gingen met z’n allen onderuit. Gelukkig konden we allemaal opstaan. Reny zat achterop en liep een brandwond van de knalpijp op. Ik was met mijn linkerkant over straat gegleden en bloedde op verschillende plaatsen: voet, knie, elleboog, hand en schouder. Mijn broek kapot en ook mijn shirt zag er niet uit. Ik had een tasje met boeken in mijn hand en die lag aan flarden. Als ik die niet had gehad was het mijn been geweest. Waar een ‘fun boek’ al niet goed voor is! Onze boda man had zijn hand kapot en de andere boda man, de schuldige, is er vandoor gegaan. Behulpzame mensen hielpen ons, met onze bagage, naar de kant van de weg. Een van de omstanders sprak: ‘kijk, de muzungu heeft ook rood bloed’.
We hebben iemand van Noah’s Ark gebeld of hij ons op wilde halen. Een paar aardige meelevende mensen bleven bij ons wachten tot we opgehaald werden. Bij de kliniek hebben ze de wonden schoongemaakt, hier en daar wat vel weggeknipt en pleisters geplakt. Toen de wond bij mijn schouder aan de beurt was vroeg de dokter of het erg was als ze mijn shirt vies maakte. Ik moest er om lachten en toen ze besefte hoe mijn shirt eruit zag moest ze er zelf ook om lachen. Mijn been, en vooral mijn knie werden dik en mijn ribben zijn gekleusd, dat zal ik wel even voelen. Tja, dan voel je echt wel een beetje een jajja (oude vrouw). Maar ik besef dat we ook geluk hebben gehad. Onze hoofden zijn heel, we lopen en praten nog! De wonden zijn deze week nog een paar keer goed verzorgd in de kliniek. De pillen werken en de wonden helen.Toch handig zo’n kliniek in de buurt! De kinderen waren onder de indruk van de wonden en ik heb zo’n beetje een nieuwe naam: ‘aunti Ineke, you have wounds’. Jefta zei dat hij voor me wilde bidden.... als hij daarna een sweetie kreeg... Anderen doen het gratis .... De mensen zijn allemaal erg meelevend: ‘Sorry’ ‘Thank God, dat het zo is afgelopen’. En wij zeggen zoals een echte Ugandees: ‘Thank God, I’m alive!’
Groeten van Ineke.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}